Aan de hand van een aantal vragen leren we de schrijvers en illustratoren van It grutte Sint Piter ferhaleboek beter kennen. Dit keer is het de beurt aan Vera Damhuis.
Vera, hoelang schrijf en illustreer je al (kinder)verhalen?
Illustreren /tekenen doe ik al zolang ik een potlood kan vasthouden. Met het in opdracht illustreren begon ik ooit met het ‘Swarte Pyt kin fleane’ verhalenboekje, ooit -1985 ?-uitgegeven door het Sint Piter Committee. Ik tekende alles met zwarte fineliner, nog steeds heerlijk tekenmateriaal. Nu combineer ik illustraties met eigen fotomateriaal: in de mix ontstaan dan mijn ‘illu-collages’. Ik illustreer veel educatief materiaal voor mijn werk als museumeducator en daarnaast in opdracht als freelancer. Schrijven, dichten, spelen met taal, al dan niet voor kinderen, ook dat doe ik al heel lang. Sinds kort begint dat steeds beter vorm te krijgen en smaakt dat naar meer!
Wat is jouw band met het Sint Piterfeest?
Ik was leerkracht onderbouw aan de obs ‘De twa Fisken’. In de strenge winter van 1985 kon de arrenslee van stal om St. Piter te verwelkomen. Dat was toen een belevenis! Verder ben je als leerkracht dan natuurlijk altijd betrokken omdat het een feest is wat in Grou met volle overgave gevierd wordt. Ik ben niet in Grou opgegroeid maar wel met de rituelen rond Sinterklaas, ik hield ervan. Het dichten, de spanning, voor elkaar iets maken, dat. Nu wordt ik heel blij van onze prachtige Aldemar als compagnon van St.Piter. Een fantastische invulling die op wat voor manier dan ook landelijk navolging vraagt.
Hoe heet het verhaal dat je hebt geschreven en geïllustreerd?
In het boek schreef ik 2 verhalen. Voor de jongsten ‘Wa hat de kâldste noas?’ en voor de oudere kinderen ‘De Ferlerne Ferhalen fan de Âlde Feanen’. In het eerste verhaal zit Aldemar wat te somberen, hij heeft zijn dag niet echt. Sint Piter weet wel raad en moedigd hem aan om met de sneuptocht van Spelletjesschaap mee te doen. Daar knapt hij erg van op! In het tweede verhaal is Sint Piter met een ‘writersblock’. Wat moet je ook bedenken na jaren gedichten en verhaaltjes noteren voor en over de Grouster kinderen? Nu is het Aldemar die voor de nodige adviezen zorgt. Samen eindigen ze in de inspirerend wereld van Wifi mei de Blauwe Mouwen. Sint Piter is weer helemaal gereset!
Welke zin vind je het leukst in je verhaal?
Verhaal 1: ‘Tink mar, sûnder dy misse se wat!’
Verhaal 2: ‘Minsken, dieren, boerekoal, alles fergiet, útsein as it op papier stiet’.
Wat is je favoriete tekening in het boek?
Verhaal 1: Het huis van Spelletjesschaap achter de Sint Piterkerk
Verhaal 2: Het nachtelijke vaartochtje van Sint Piter en Aldemar
Welk figuur was het moeilijkst om te illustreren?
Eigenlijk is geen enkel figuurtje uit mijn verhaal ‘moeilijk’, omdat wat je tekent altijd goed is zoals het is. En veel doen natuurlijk, dat helpt!
De eerste alinea van het verhaal: Wa hat de kâldste noas?
Aldemar sit op in fiskkrukje oan de kade yn Grou. Ast fiskest, moatst geduld hawwe, en dat hat er… De fisken dogge in spultsje mei it stikje taaipop oan de heak. Se bite krekt net, se sjogge wol út, dy fisken.
De kâlde wyn fluitet in lietsje yn de mêst fan in sylboat foar de kade. Aldemar makket syn sjaal wat better fêst.’
De eerste alinea van het verhaal: De Ferlerne Ferhalen fan de Âlde Feanen
It is ein febrewaris en alwer in winter fan neat. Mei sorbetiis en gau wiete sokke- snie. De kâlde dize krûpt sa dyn jas fan alle kanten binnen. Toeterjende guozzen fleane oer, sjochst se allinne net. Kâlde drippen tikje hjir en dêr op de steiger fan de Grouster Kade.
Tot slot, wil je onze Sint Piterfans nog iets meegeven?
Blijf fan! BEweeg met de tijd mee! Dan wordt en blijft het een feest waarbij ieder zich thuisvoelt.